2.Taiji-startbeweging3.de omtrek van de mussenstaart tekenen4.enkele zweep5.til de hand op en naar voren6.de kraanvogel laat de vleugels glanzen7.strijk langs de knie (draai en twee stappen)8.de handen bespelen de luit9.naar voren en rechte vuiststoot10.alsof men zich verbergt11.bij het teruggaan de apen verjagen12.schuin vliegen13.naald in de zeebodem steken14.handen en rug als een waaier15.wolkenhanden16.van boven verkennen (links)17.voettrap met rechts18.van boven verkennen (rechts)19.voettrap met links20.draai en hieltrap21.met de vuisten de oren raken22.het wilde paard schudt zijn manen (drie keer)23.naar voren en de schone dame weeft (links) 24.draai en de schone dame weeft (rechts) 25.naar voren en de schone dame weeft (links) 26.draai en de schone dame weeft (rechts) 27.lage houding28.de gouden haan staat op een been29.naar voren en de zeven sterren30.terug om de tijger te berijden31.draai en met de handpalm naar voren vallen32.draai en tweehandige lotus33.span de boog en schiet op de tijger34.van boven verkennen (links)35.met de handpalm naar voren36.draai en verborgen vuistslag37.naar voren en van boven verkennen (links)38.naar voren en de omtrek van de mussenstaart tekenen39.enkele zweep40.afsluiting
De beweging moet in de voeten zijn geworteld,
wordt doorgegeven door de benen
gecontroleerd door het middel (de taille)
en uitgedrukt door de vingers.
Snelle vorm
Voor 1912 werd tàijì altijd snel gedaan. In 1912 toen tàijì meer verspreid
raakte zijn voor het grote publiek de snelle bewegingen en sprongen
eruit gehaald om de vorm toegankelijker te maken.
De snelle vorm is dus de ouder van de langzame vorm.
Maar de snelle vorm is geen lange vorm
die snel wordt gedaan.
Voor men begint met het leren van de snelle vorm moet eerst de langzame vorm beheerst worden. De snelle vorm combineert de ontspanning en de controle van de langzame vorm met dynamiek en krachtige bewegingen, bekend van andere vechtkunst. In de Wu stijl wordt o.a. uit martiale overwegingen altijd rechtstreeks gedraaid, onverschillig of dat dient te geschieden met het voor het gevoel volle gewicht op het voorste dan wel het achterste been. Uit de wijze waarop van richting wordt veranderd blijkt ook het belang van een beweeglijke taille, een en ander wordt namelijk gedaan vanuit een flexibele verbondenheid uitgaande van de volgorde hand, romp/taille, voet. Daardoor volgt de belastte voorste voet als vanzelf de taille-draai, waarbij het achterste (gestrekte) been als afzetpunt fungeert, zonder dat er eerst gewicht naar toe wordt gebracht. Tijdens deze procedure blijft de knie keurig boven de voet zodat de kniebanden niet belast of opgerekt worden. Doordat het lichaam zich meestal vanuit voorovergebogen houding in verticale stand opricht tijdens het draaien, loopt de draai-as spontaan vanaf de kruin tot in de voet. Voorwaarde is, dat het lichaam als één integraal "verbonden" (doch niet verstard) geheel handelt. De beweeglijke taille speelt daarbij dus een doorslaggevende rol. Als het goed gedaan wordt hoeft men niet te balanceren: de "verbondenheid" en het "centrale evenwicht" (het "staan") vallen samen. In de "klassieken" heet het daarom: De bewegingen zijn in de voeten geworteld worden doorgegeven door middel van de benen, gecontroleerd door de taille en uitgedrukt door de vingers.
deel 1 1 voorbereiding 2 Taiji-startbeweging 3 de omtrek van de mussenstaart tekenen 4 enkele zweep 5 til de hand op en naar voren 6 de kraanvogel laat de vleugels glanzen 7 strijk langs de knie (1) 8 strijk langs de knie (2) 9 strijk langs de knie (3) 10 strijk langs de knie (4) 11 de handen bespelen de luit 12 naar voren en rechte vuiststoot 13 alsof men zich verbergt 14 luipaard en tijger verschuiven de berg 15 de handen vormen een kruis 16 strijk langs de knie (naar 45°) 17 draai en strijk langs de knie (naar 45°) 18 de omtrek van de mussenstaart tekenen 19 enkele zweep (naar 45°) deel 2 20 verborgen en zichtbare vuist 21 bij het teruggaan de apen verjagen 22 schuin vliegen 23 til de hand op en naar voren 24 de kraanvogel laat de vleugels glanzen 25 strijk langs de knie 26 naald in de zeebodem steken 27 handen en rug als een waaier 28 draai en verborgen vuistslag 29 terug en rechte vuiststoot 30 naar voren en de omtrek van de mussenstaart tekenen 31 wolkenhanden (1) 32 wolkenhanden (2) deel 3 33 van boven verkennen 34 om het lichaam hangen en voettrap (1) 35 om het lichaam hangen en voettrap (2) 36 draai en hieltrap 37 naar voren en hamerslag 38 draai en verborgen vuistslag 39 draai en dubbele trap 40 terug en de tijger slaan 41 hieltrap rechts 42 met de vuisten de oren raken 43 om het lichaam hangen en voettrap 44 draai en hieltrap 45 naar voren en rechte vuiststoot 46 alsof men zich verbergt 47 luipaard en tijger verschuiven de berg 48 de handen vormen een kruis 49 strijk langs de knie (naar 45°) 50 draai en strijk langs de knie 51 de omtrek van de mussenstaart tekenen 52 enkele zweep (naar 45°) deel 4 53 het wilde paard schudt zijn manen (1) 54 het wilde paard schudt zijn manen (2) 55 het wilde paard schudt zijn manen (3) 56 de schone dame weeft (1) 57 de schone dame weeft (2) 58 het wilde paard schudt zijn manen 59 de schone dame weeft (3) 60 de schone dame weeft (4) 61 de omtrek van de mussenstaart tekenen 62 wolkenhanden deel 5 63 lage houding 64 de gouden haan staat op één been (1) 65 de gouden haan staat op één been (2) 66 bij het teruggaan de apen verjagen 67 schuin vliegen 68 til de hand op en naar voren 69 de kraanvogel laat de vleugels glanzen 70 strijk langs de knie 71 naald in de zeebodem steken 72 handen en rug als een waaier 73 draai en verborgen vuistslag 74 naar voren en rechte vuiststoot 75 naar voren en de omtrek van de mussenstaart tekenen 76 wolkenhanden deel 6 77 van boven verkennen (links) 78 met de handpalm naar voren 79 draai en lotustrap 80 strijk langs de knie 81 vuiststoot naar het kruis 82 naar voren en de omtrek van de mussenstaart tekenen 83 lage houding 84 naar voren en de zeven sterren 85 terug om de tijger te berijden 86 draai en met de handpalm naar voren vallen 87 draai en tweehandige lotus 88 span de boog en schiet op de tijger 89 naar voren en rollende vuistslag 90 met de handpalm naar voren 91 draai en verborgen vuistslag 92 naar voren en de omtrek van de mussenstaart tekenen 93 enkele zweep 94 afsluiting
Voor men begint met het leren van de snelle vorm moet eerst de langzame vorm beheerst worden. De snelle vorm combineert de ontspanning en de controle van de langzame vorm met dynamiek en krachtige bewegingen, bekend van andere vechtkunst. In de Wu stijl wordt o.a. uit martiale overwegingen altijd rechtstreeks gedraaid, onverschillig of dat dient te geschieden met het voor het gevoel volle gewicht op het voorste dan wel het achterste been. Uit de wijze waarop van richting wordt veranderd blijkt ook het belang van een beweeglijke taille, een en ander wordt namelijk gedaan vanuit een flexibele verbondenheid uitgaande van de volgorde hand, romp/taille, voet. Daardoor volgt de belastte voorste voet als vanzelf de taille-draai, waarbij het achterste (gestrekte) been als afzetpunt fungeert, zonder dat er eerst gewicht naar toe wordt gebracht. Tijdens deze procedure blijft de knie keurig boven de voet zodat de kniebanden niet belast of opgerekt worden. Doordat het lichaam zich meestal vanuit voorovergebogen houding in verticale stand opricht tijdens het draaien, loopt de draai-as spontaan vanaf de kruin tot in de voet. Voorwaarde is, dat het lichaam als één integraal "verbonden" (doch niet verstard) geheel handelt. De beweeglijke taille speelt daarbij dus een doorslaggevende rol. Als het goed gedaan wordt hoeft men niet te balanceren: de "verbondenheid" en het "centrale evenwicht" (het "staan") vallen samen. In de "klassieken" heet het daarom: De bewegingen zijn in de voeten geworteld worden doorgegeven door middel van de benen, gecontroleerd door de taille en uitgedrukt door de vingers.
Korte vorm Ma Jiangbao
Korte vorm Yuen Hong Nin
Snelle vorm Ma Jiangbao
Snelle vorm Ma Yuehliang
Snelle vorm Ma Yuehliang
Snelle vorm Peter Beurskens
Snelle vorm groep
Snelle vorm Yuen Hong Nin
Snelle vorm Cheung
Snelle vorm Demo Putuoshan 2007
Snelle vorm linksom
De korte vorm is door Wu Yinghua en Ma Yueliang ontwikkeld.
Deze korte vorm vat de lange vorm samen en is ontstaan
door het weglaten van de herhalingen en de diagonale
bewegingen en met toevoeging van enkele nieuwe
overgangen. Het lopen van de korte vorm duurt
ongeveer 10 minuten.
De beweging moet in de voeten zijn geworteld wordt
1 voorbereiding2 tai ji beginvorm3 de omtrek van de mussestaart tekenen4 enkele zweep5 til de hand op en naar voren6 de kraanvogel laat de vleugels glanzen7 strijk langs de knie (draai en twee stappen)8 de handen bespelen de luit9 naar voren en rechte vuiststoot10 alsof men zich verbergt11 bij het terugggaan de apen verjagen12 schuin vliegen13 naald in de zeebodem steken14 handen en rug als een waaier15 wolkenhanden16 van boven verkennen (links)17 voettrap met rechts18 van boven verkennen (rechts)19 voettrap met links20 draai en hieltrap21 met de vuisten de oren raken22 het wilde paard schudt zijn manen (drie keer)23 naar voren en de schone dame weeft (links) 24 draai en de schone dame weeft (rechts) 25 naar voren en de schone dame weeft (links) 26 draai en de schone dame weeft (rechts) 27 lage houding28 de gouden haan staat op een been29 naar voren en de zeven sterren30 terug om de tijger te berijden31 draai en met de handpalm naar voren vallen32 draai en tweehandige lotus33 span de boog en schiet op de tijger34 van boven verkennen (links)35 met de handpalm naar voren36 draai en verborgen vuistslag37 naar voren e n van boven verkennen (links)38 naar voren en de omtrek van de mussestaart tekenen39 enkele zweep40 afsluiting
deel 1 1 voorbereiding 2 tai ji openen 3 de omtrek van de mussestaart tekenen 4 enkele zweep 5 til de hand op en naar voren 6 de kraanvogel laat de vleugels glanzen 7 strijk langs de knie (1) 8 strijk langs de knie (2) 9 strijk langs de knie (3) 10 strijk langs de knie (4) 11 de handen bespelen de luit 12 naar voren en rechte vuiststoot 13 alsof men zich verbergt 14 luipaard en tijger verschuiven de berg 15 de handen vormen een kruis 16 strijk langs de knie (naar 45°) 17 draai en strijk langs de knie (naar 45°) 18 de omtrek van de mussestaart tekenen 19 enkele zweep (naar 45°) deel 2 20 verborgen en zichtbare vuist 21 bij het teruggaan de apen verjagen 22 schuin vliegen 23 til de hand op en naar voren 24 de kraanvogel laat de vleugels glanzen 25 strijk langs de knie 26 naald in de zeebodem steken 27 handen en rug als een waaier 28 draai en verborgen vuistslag 29 terug en rechte vuiststoot 30 naar voren en de omtrek van de mussestaart tekenen 31 wolkenhanden (1) 32 wolkenhanden (2) deel 3 33 van boven verkennen 34 om het lichaam hangen en voettrap (1) 35 om het lichaam hangen en voettrap (2) 36 draai en hieltrap 37 naar voren en hamerslag 38 draai en verborgen vuistslag 39 draai en dubbele trap 40 terug en de tijger slaan 41 hieltrap rechts 42 met de vuisten de oren raken 43 om het lichaam hangen en voettrap 44 draai en hieltrap 45 naar voren en rechte vuiststoot 46 alsof men zich verbergt 47 luipaard en tijger verschuiven de berg 48 de handen vormen een kruis 49 strijk langs de knie (naar 45°) 50 draai en strijk langs de knie 51 de omtrek van de mussestaart tekenen 52 enkele zweep (naar 45°) deel 4 53 het wilde paard schudt zijn manen (1) 54 het wilde paard schudt zijn manen (2) 55 het wilde paard schudt zijn manen (3) 56 de schone dame weeft (1) 57 de schone dame weeft (2) 58 het wilde paard schudt zijn manen 59 de schone dame weeft (3) 60 de schone dame weeft (4) 61 de omtrek van de mussestaart tekenen 62 wolkenhanden deel 5 63 lage houding 64 de gouden haan staat op één been (1) 65 de gouden haan staat op één been (2) 66 bij het teruggaan de apen verjagen 67 schuin vliegen 68 til de hand op en naar voren 69 de kraanvogel laat de vleugels glanzen 70 strijk langs de knie 71 naald in de zeebodem steken 72 handen en rug als een waaier 73 draai en verborgen vuistslag 74 naar voren en rechte vuiststoot 75 naar voren en de omtrek van de mussestaart tekenen 76 wolkenhanden deel 6 77 van boven verkennen (links) 78 met de handpalm naar voren 79 draai en lotustrap 80 strijk langs de knie 81 vuiststoot naar het kruis 82 naar voren en de omtrek van de mussestaart tekenen 83 lage houding 84 naar voren en de zeven sterren 85 terug om de tijger te berijden 86 draai en met de handpalm naar voren vallen 87 draai en tweehandige lotus 88 span de boog en schiet op de tijger 89 naar voren en rollende vuistslag 90 met de handpalm naar voren 91 draai en verborgen vuistslag 92 naar voren en de omtrek van de mussestaart tekenen 93 enkele zweep 94 afsluiting